Impressie Netwerkbijeenkomst 10 april 2024

Door: Fenna Lunter

Met een heerlijk lentezonnetje en de bomen vol met bloesem druppelen we ‘met een vakantiegevoel’ binnen bij Zorgerf Putten. We beginnen de avond traditiegetrouw met broodjes en (zelfgemaakte) soep.


Na de bestuursmededelingen (o.a. over de boottocht plannen) worden Yvonne en René van der Leest geïntroduceerd. Zij hebben een jubileum te vieren: 15 jaar Zorgerf Putten en dus ook 15 jaar aan herinneringen en mijlpalen. Terugkijkend naar de opstart, zagen ze zorgmedewerkers die vastliepen in eigen systemen en dat dementerenden gehospitaliseerd worden. En ook nu nog zien ze veel verpleeghuizen als een leefomgeving waar men zelf niet zou willen wonen en dat gebouwen met gesloten deuren gebouwd blijven worden.

De instelling telt dagelijks 130 mensen voor dagbesteding, met als doel mantelzorgers te ontlasten, en herbergt 48 bewoners. Ze voldoen aan alle eisen van de wet voor het verlenen van zorg. Ze gebruiken in alles hun zelfbenoemde boerenverstand: blijven doen wat werkt en stoppen met wat niet werkt. Er zijn prachtige voorbeelden en anekdotes over wat blijkt te werken, variërend van het door de bewoners zelf laten doppen van sperziebonen tot het knuffelen van biggetjes en het zwaaien naar motoren vanaf het viaduct tijdens de TT van Assen.

Hun benadering is evidence-based. Ze hebben aandacht voor elementen zoals daglicht, beweging, muziek, natuur, het stimuleren van lerend vermogen op alternatieve manieren en het gebruik van reminiscentie. Elke omgeving die ze creëren, heeft invloed op het gedrag van de bewoners, zogenaamd congruent gedrag: voorzieningen zijn expres op een loopafstand gebouwd, er komt wekelijks een pianist, er zijn veel dieren, er wordt zoveel mogelijk dagritme ingesleten en al het meubilair is van bewoners zelf geweest. Het zorgerf biedt ideeën voor dagbesteding en proberen inactiviteit zo veel mogelijk aan te pakken, wat misschien wel het grootste probleem is bij dementie.

Hun aanpak is om af en toe de boel flink op te schudden, om de omgeving telkens weer te revitaliseren. De belangrijkste les die medewerkers zeggen te hebben geleerd, is om niet in paniek te raken; uiteindelijk komt alles goed.

Er is veel interactie onder de netwerkleden, ook over de manier van het creëren van een community waarin
iedereen iets kan betekenen voor anderen. Bij mensen met dementie blijkt dit een oplossing te zijn, hoewel ze dit in eerdere levensfasen misschien niet hadden gewild of er zelfs om zouden hebben gevraagd.

De kosten voor “all-inclusive” verblijf kunnen bewoners met AOW en enige eigen bijdrage dekken. Voor degenen die het niet helemaal zelf kunnen bekostigen, is er een stichting die ondersteuning biedt. Er is een goede personeelsbezetting, met 3-4 medewerkers per 16 bewoners, en weinig ziekteverzuim, wat betekent dat het nog steeds een kosteneffectieve aanpak is. Bovendien zorgt dit voor een hechte teamdynamiek. Mensen die eerder uit de retail etc werden ontslagen, vinden hier een baan als gastvrouw of -heer en genieten van het mens-tot-mens contact. Sommige worden ook nog omgeschoold met ADL-cursussen.


Na het bevlogen verhaal van René is het tijd voor een rondleiding over het terrein. Die start al veel gesprekken onderling over wat er van elkaar geleerd kan worden. We worden nog verwend met appeltaart en dan begint het laatste onderdeel van de avond: de stelling en bijbehorende discussie.

De stelling luidt: hoe zou een dergelijk concept passen in een stedelijke omgeving? Het benutten van culturele voorzieningen en de interactie met de buitenwereld zou wellicht helemaal niet als overprikkelend worden ervaren; het vereist creativiteit en uitproberen. Maar we zijn het erover eens dat het succes van een dergelijke onderneming staat of valt met een sterke bestuurlijke visie, anders kost het de collega’s te veel. Er wordt ook gediscussieerd over de mogelijke discrepantie tussen financiële en operationele sturing binnen veel zorgorganisaties, en hoe deze kloof te overbruggen. Het management moet in contact blijven met de werkvloer. Het bepalen van de capaciteit moet gebaseerd zijn op zorgvraag in plaats van budgetten, en het blijkt dat dit in de praktijk werkt. Een jongere organisatie kan waarschijnlijk gemakkelijker een nieuwe cultuur creëren en de locatie in Nederland kan een grote rol spelen in hoe organisatorische processen verlopen.


Tot slot nodigen René en Yvonne ons uit voor de jubileumrondleidingen die zij organiseren. De eerstvolgende is op 18 mei om 11u00.